"De betekenis van de ""Fetwa van Mardin"" wordt hier onderzocht aan de hand van drie andere Taymiyyan-geschriften die betrekking hebben op het concept van hegira - dat wil zeggen ook ontsnapping aan zonde en zondaars - evenals die van verblijfplaatsen van de islam en oorlog. onderzoek ook, in tekst, het gebruik dat zes moderne Arabische denkers maken van deze ""fatwa"", waaronder de beroemde Palestijnse mujâhid ´Abd Allâh ´Azzâm en de Saoedische dissidenten Muhammad al-Mas´ari en ´Abd al-´Azîz al -Jarbû´ De observatie van een ongepaste politisering van het religieuze denken van Ibn Taymiyya door deze auteurs leidt tot het uitnodigen van een bepaald islamisme om een ander canoniek patronaat uit te vinden dan dat van de Shaykh van de Mamluk Islam, en verschillende nieuwe oriëntalisten met meer deontologie…”